dinsdag 28 september 2010

Tussen de regels door.

Foto: Kimberly Gomes


Maandag, 27 september 2010, zo’n dag dat iedereen weer aan het werk gaat. De weekendactiviteiten worden gestaakt, de mail geopend en Facebook kan worden gesloten, want de plicht roept. Sommigen begroeten de maandag, anderen vervloeken het begin van de werkweek. De één is zich pijnlijk bewust van de dagen van de week, en de ander ervaart de maandag als een willekeurige dag, ergens in het jaar. Misschien verraadt de aanhoudende regen, de lage temperatuur in combinatie met de weelderig groene natuur vandaag, dat we ergens aan het begin van de herfst leven.

Eerst was de wereld klein. Je ging naar school met je stapmaatjes. Je ging in het weekend uit met je collega’s van het werk en je trof je vrienden in het dorpscafé, de sportclub, het buurtcentrum, het OJC (open jongeren centrum) of tijdens een sporadisch festival. Niet ondenkbaar dat je vrienden overal kwamen waar jij kwam. Van alles bestond er hoogstens één. Anno 2010 is dat tóch wel wat veranderd.
In mijn leven is álles veranderd. Het dorp is verruild voor de stad. De Randstad nota bene. Als je me dat indertijd had verteld, was ik erin gebleven. Dat was wel de laatste plek op aarde waar mijn aandacht naar uitging. Multicultureel, multinationaal, hectisch, 24 uur per dag in touw, druk, .... en groot. Hier loop je niet zomaar iemand tegen het lijf. Zeker niet tijdens kantooruren.

Maar dan zijn er de communitysites: Hyves, LinkdIn, Facebook. Vooral laatstgenoemde is een webpagina die zich dag na dag vult met uiteenlopende persoonlijke notities. Mijn bekentenissen hierboven onthullen mijn zielsleven als een burka, in vergelijking met de openheid waarvan ik getuige ben op het internet. Vele sites bieden de mogelijkheid aan bezoekers om hun mening toe te vertrouwen aan de digitale snelweg. Zo ook de communitysites. Maar het blijft opvallend hoe gemakkelijk men zijn of haar boosheid, ontroering, geluk of stokpaardjes aan de onvermoede lezer toevertrouwt. Mark Zuckerman sublimeerde zijn onvermogen tot ‘delen’ (hij wordt in “mijn” krant een egocentrist genoemd), in de grootste ‘deel-site’ ter wereld, met een miljardenbedrijf als resultaat. Dat moet je willen, maar hij heeft dan ook een groots plan voor ogen. “To make the world a better place.”, zo motiveerde hij in een televisieinterview zijn werkzaamheden. Niks zakelijks aan. Onstuitbare passie.

Terug naar de gebruikers. Facebook et al. biedt een podium om mij mijn opwinding en frustraties te laten etaleren. Daarbij kan het delen louterend werken, omdat biechten in het openbaar altijd wel op een relativerende one-liner van een relatieve (facebook-)vriend kan rekenen. Adviezen worden me zó in de schoot geworpen. En dan is er natuurlijk de liefde, die immer op aandacht kan rekenen, waardoor bij gelegenheid enige gemeende oprechtheid van de ex-partner, of mijn eigen trots, al te gemakkelijk, publiekelijk te grabbel kan worden gegooid. Laster, achterdocht, gemelijkheid, jaloezie, wanhoop, maar gelukkig ook vreugde, aanhankelijkheid en betrokkenheid van tientallen mensen die je vagelijk kent. De wereld is weer overzichtelijk. Het ligt allemaal uitgestald op mijn startpagina. Woorden die op zichzelf vaak minder betekenis hebben dan de emotie die eraan ten grondslag ligt. Woorden de vaak ook minder verband houden met het geschrevene, dan met de schrijver. Woorden die door gebrek aan stembuiging en mimiek vaak niet als humor, cynisme of sarcasme worden herkend. Woorden zonder nuance. Impulsief ingetikt. In een vergeefse hoop op aanspraak?

Misschien zitten mijn mede communitysite-gebruikers zich thuis of op hun werk óók kapot te vervelen.
Ook deze maandag.
Net als ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten