vrijdag 31 december 2010

Liefste,

foto: Seger van Wijk / Cliffhanger Visuals


Op 31 december 2010 las ik in de krant (Trouw) dat mensen in een relatie emotioneel van elkaar afhankelijk zijn voor troost, koestering en bescherming... Godzijdank!
Eindelijk weer eens wat realiteitszin tegenover de decennialang geldende verwarring, in oorsprong ingegeven door de economische teneur, dat mannen en vrouwen onafhankelijk  moeten worden... Mijn dag werd er direct beter op!

Natuurlijk werd er de laatste 20 jaar vooral beweerd dat mannen en vrouwen 'economisch onafhankelijk' moesten worden, maar of dat breed in de samenleving begrepen is, daar heb ik zo mijn twijfels over. Ik ken voorbeelden van dames die meenden ineens alles zelf te moeten gaan doen, waardoor zij als single moeders in de vroege ochtend hun kroost (die zij na de scheiding opeisten) naar de opvang brengen, om vervolgens een carrière na te streven. De vraag die dit bij mij oproept is: En wat brengt dat de kinderen? Kinderen die emotioneel van hun ouders afhankelijk zijn voor troost, koestering en bescherming, ... op welke tijdstippen van de dag is daar nog tijd voor en lopen die momenten synchroon met hun behoefte daaraan?
Ik begeef mij op glad ijs, daarvan ben ik mij bewust, maar ik schrijf hier niet om complimenten te verdienen. Ik schrijf met het oog op welbevinden en mijn wens om te blijven nadenken. Afhankelijkheid erkennen verdient volgens mij wat aandacht in deze tijden.

Zojuist hoorde ik een interview op Radio 1, met Esther-Mirjam Sent, hoogleraar aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, over consequenties van de crisis en haar toekomstvisie daarop. Zij pleitte voor een verhouding van werk en zorg, op basis van 4 werkdagen voor elk van de ouders, met als doel een maximaal bedrijfsresultaat. We hebben het hier over het gezin. Het gezin als bedrijf.
Ik kende het gezin als samenleving. Een kleine samenleving, maar wel een waarbinnen alle aspecten aantoonbaar aanwezig zijn. Mevrouw Sent meent dat de behoudende eigenschappen van vrouwen ons helpen in onzekere tijden en de risicovollere ondernemendheid van mannen ons in gunstige tijden beter voortstuwt.
Met het oog op meer vrouwen aan de top, streeft zij naar een balans in de top die beide eigenschappen tot hun recht laat komen, ware het niet, dat de top zich niet laat plooien naar de actuele stand van zaken in de economie, dunkt mij. Naar haar mening zou het wenselijk zijn om meer vrouwen te werven, om de economie te stabiliseren. Maar hoe stelt ze zich dat voor als over een tijdje de rust terug is? Moeten de dames dan allemaal wijken voor risicovolle mannen, die ons een boost in de richting van verdere groei kunnen geven?

Waar wil ik naartoe.
Liefde maakt afhankelijk. Een gezin verplicht tot zorg. Werkverschaffing verplicht tot bindende afspraken. Wie is hier onafhankelijk? Een samenleving draagt per definitie afhankelijkheid in zich en is erbij gebaat dat te beseffen.

Er is ooit nagedacht over het gezin als hoeksteen van de samenleving. Het huwelijk verplichtte de partners en de nadere invulling kon worden bepaald door de leden van het gezin. Dat de norm een beeld zou vertonen van een buitenshuis werkende man met een thuiswerkende vrouw kan niet alleen zijn gegroeid door een manipulerende overheid of een anti-feministische lobby. De tijdgeest en het welvaartspeil zullen daarin eerder bepalend zijn geweest. Die geest is veranderd, maar de ontwikkelingen zijn m.i. zorgelijk. Kinderen worden nu onder de hoede van een (buitenschoolse) opvang geplaatst. Iets anders dan de kostschool waarop mijn moeder ooit zat toen haar vader zijn vrouw verloor, maar hoe anders is dit eigenlijk? Zij zat op een katholieke kostschool waar begeleiders rondliepen die nu ter discussie staan binnen de katholieke kerk. En hoe toevallig is het dat dit onderzoek in de belangstelling staat, nu misbruik van kinderen in de kinderopvang zo actueel is. Waar kinderen worden begeleid vindt blijkbaar sinds jaar en dag misbruik plaats. Zowel binnen de katholieke kerk toen, als binnen de huidige opvang nu, schiet de controle te kort. Binnen de katholieke kerk werd ‘hel en verdoemenis’ gepredikt. Je liet het als kind én als ouder wel uit je hoofd om kritisch te zijn naar een geestelijke toe. In de kinderopvang wordt marktwerking gepredikt. Het bedrijfsresultaat is, evenals in het gezin volgens mevrouw Sent, het hoogste goed. En dat komt ons in deze tijd bijzonder goed uit. Waarom zouden we kritisch zijn? Het geeft ons als ouders een enorme ‘vrijheid’ en biedt talloze voordelen en mogelijkheden. Voorlopig hebben we nog te weinig zicht op de gevolgen, om deze nu al een ‘hel- en verdoemenisgehalte’ toe te kennen. Maar mijn twijfel mag duidelijk zijn.

Veel ouders vinden het normaal dat zij hun kinderen enkele dagen per week naar de opvang brengen terwijl zij zelf werken of studeren. Kinderen spelen met hun vriendjes in de opvang, maar kunnen (daardoor) niet spelen met gekozen vriendjes uit andere groepen, de klas, of in hun eigen wijk. Ouders leren elkaar nauwelijks meer kennen, omdat hun eigen en andermans kinderen niet meer thuis spelen. De school wordt verantwoordelijk geacht, de kinderopvang wordt verantwoordelijk geacht en de ouders zijn geschokt als zij er als laatste achterkomen dat er ergens iets is misgegaan.
Allemaal voor het maximale bedrijfsresultaat. De interne effecten in de organisatie (het gezin) zijn onoverzichtelijk, de communicatie (tussen ouders en kinderen) loopt stroef en het management (de ouders) heeft meer zicht op het economische bedrijfsresultaat, dan op het welbevinden van de werknemers (de kinderen). Wie wil dit?

Ouders zijn voorbeelden voor hun kinderen. Goed voorbeeld doet goed volgen. En hopelijk zetten we onze kinderen hun grenzeloze liefde en loyaliteit niet betaald met het besef dat zij in hun jeugd werden geparkeerd ten bate van een nieuwe auto of een ‘eigen’ huis of 'de tijdgeest'.  En natuurlijk kan ook een gezin bedrijfskenmerken hebben, maar onze investeringen zullen zich aftekenen op hen die ons het dierbaarst zijn. Welk geld kan dat goedmaken?

Terug naar de krant deze ochtend. ...

..Liefde maakt afhankelijk ... .. en dat is goed. Het dwingt ons om voor elkaar te zorgen. Het komt mij als ijdel voor, om daaraan voorbij te willen gaan.

vrijdag 19 november 2010

Het geeft te denken.



De griep, je weet wel, de varkensgriep die ‘mexicaans’ gedoopt moest worden, was één van de meest onschuldige griepuitbraken van de afgelopen eeuw. 63 doden tegenover een gemiddelde van 1000 bij een ‘normale’griep.
De oorzaak lag bij het WHO (World Health Organisation), die een definitie inzake een pandemie had gewijzigd, waarin wel het aantal griepgevallen en de verspreiding over de wereld, maar niet de ernst van de verschijnselen was opgenomen. Daarom is er een slordige 340 miljoen euro aan vaccins uitgegeven. Een meevaller voor de farmaceutische industrie. Het geeft te denken. In plaats van een verdeling van deze kosten over 17 miljoen burgers, kan de verhoging van de zorgkosten dit jaar wellicht worden verhaald bij de farmaceuten.
Ondertussen ondergaan we de gevolgen van een  kredietcrisis. Door een almaar doorgroeiende economie, gecombineerd met de nimmer aflatenden hebzucht van een aantal mensen in het bankwezen en een politiek klimaat dat ons leerde dat ieder van ons in ruil voor welvaart rond zijn 25e levensjaar moet gaan nadenken over de aanschaf van een ‘eigen’ huis, veranderde een gezonde economie in een luchtbel die na injectie van vele miljarden nog steeds geen garantie biedt dat ie niet zal barsten. De banken hebben er nog niet veel van geleerd. Het kabinet predikt verantwoordelijkheid. Alles komt goed! Hoe verontrustend kan een boodschap zijn?
De gedoogpartij vind het ene na het andere lijk in de kast en biedt excuses aan voor wangedrag en criminaliteit. Die partij, maar ook het kabinet gedoogt méér dan goed is voor ons toch al gehavende vertrouwen.
Binnenkort gaat de BTW voor de podiumkunsten van 6% naar 19%. De theaters zullen zich moeten bezinnen op het betaalbaar houden van kaarten door hun overhead te beperken. Als kunst zo belangrijk is, dan gaat het publiek weer op een klapstoeltje zitten. Reorganisatie zou tenminste onderzocht kunnen worden, hoewel ik weet dat deze tóch al op de agenda staat om de op handen zijnde bezuinigingen het hoofd te bieden. Niettemin móet de kunstensector hand in eigen boezem steken. Hetzelfde geldt overigens voor de banken, de farmaceuten en de regering.

Ik verwacht niet dat dit gebeurt. Tenzij er in enige mate toezicht wordt gehouden op hun functioneren. Van binnen uit, in detail en met kennis van zaken, maar ook van buitenaf, door ons burgers, op basis van wantrouwen en een afkalvend consumptief gedrag onder invloed van stijgende prijzen en gezonde achterdocht. We zullen ons moeten afvragen of we moeten vliegen, een I-phone, -pod, -pad, of -mac moeten bezitten, of ook kunnen leven met een ‘ouderwets’ boek, een abonnement op de bibliotheek en een tweedehands t.v. die toch dezelfde troep uitzendt als een nieuwe flatscreen met home-cinema-kwaliteiten?

Een ondernemer liet ons vorig jaar via een tv-show van Paul Rozemuller weten dat de vervuiling van rivieren in Azië door zou gaan zolang er in het westen een vraag naar goedkope electronica zou zijn. Maar! (de kip of het ei), wordt er werkelijk door consumenten gevráágd, of wordt er vraag gecreëerd door producten op de markt te brengen. Het geeft te denken en dat is precies waarom ik dit allemaal opschrijf.

Dit kabinet hamert op verantwoordelijkheid nemen en hoewel zij daarbij lijken te doelen op het lijdzaam ondergaan van de hoge bezuinigingen, wil ik oproepen tot verantwoordelijk leven. Er komt geen “groene tijd” dankzij groene investeringen, (zo gauw deze investeringen in het huidige economische klimaat namelijk niet winstgevend blijken, worden ze verbannen) maar er is een kans op verbetering als wij, de consumenten, alles van een andere kleur in de schappen laten liggen. Ga op zoek naar een huurhuis, reis per trein en per fiets, minder de consumptie van vlees, en ageer tegen de opgedrongen keuze van producten door fabricanten.
Kaas is rond, ook al doen de schappen bij Albert Heijn ons geloven dat daarvan oneindig veel (duurdere!) ‘platte stukken’ kunnen worden gesneden. Scharreleieren kunnen ook wit zijn (wist u dat?).

En ik denk nog eens na over het nut van alle electronische hebbedingetjes. Ik weet tenslotte allang dat we ze aanschaffen om ermee te spelen, ons ego te verheffen, en niet om ons leven of werk beter te organiseren. Een boek kopen is overigens veel leuker dan een boek downloaden en met een beetje geluk kom ik andere mensen tegen. Waarmee ik van gedachten kan wisselen. Gedachten zoals deze, die ik samenbreng in een blog, maar waarover iedereen me altijd kan aanspreken. Ik wil mezelf niet roomser dan de paus voordoen, wil niet moraliserend zijn, maar zoals ik al eerder opmerkte: ‘het geeft te denken.”

Mijn eigen computer kan dingen die ik niet nodig heb en dagelijks vliegen de ‘verbeteringen’ (updates) binnen vanuit het internet. Totdat ik merk dat mijn harde schijf vol is en ik toe ben aan een nieuwe computer, met een nieuw besturingsprogramma. En ook het internet is dankzij Flash, flitsender, maar vooral zwaarder geworden. Reden voor nóg meer geheugen en nóg meer rekenkracht. Maar behalve dat het me dwingt geld uit te geven om mijn “batterij aan electronica” te vernieuwen, vraag ik me af of de nieuwe aanschaf me méér informatie oplevert, ... of geluk.

zaterdag 16 oktober 2010

Zin.


Foto: Arthur Vriens



Hoera!! Het mág weer. Protesteren, spandoeken maken, oude protestliederen zingen en nieuwe protestliederen schrijven, leuzen scanderen, jezelf optuigen met symbolen die je mening onderschrijven, kampen vormen, strijden voor je idealen .... . 

Maar tegelijkertijd klinkt het aloude commentaar weer: “Niet lullen, maar poetsen.”, “Ga toch kunst maken man!”, “Wát nou 10.000 betogers, er zijn er 17 miljoen niet komen opdagen vandaag!”, enz. enz.

Het uitleggen en verdedigen van idealen en het afschudden van de verwijten kosten veel energie. De discussie zwelt aan. Aan beide fronten, van zowel de vóór- als tegenstemmers, worden leuzen bedacht met de bedoeling te overtuigen. Hoe ‘beter’ de leus, hoe overtuigender hij klinkt, maar op zichzelf zijn het loze one-liners. Als je het één roept, sluit je het ander uit. Héél kort door de bocht. Inhoudelijk ongenuanceerd en ondoordacht. Deze one-liners brengen het risico met zich mee één grote pan soep te maken van op zichzelf heerlijke ingrediënten.

Maar hoe zit het nou? Waarom zou je protesteren? Wie heeft er zin in? Welke zin moet je scanderen, en welke zéker niet? Wat betekent zo’n zin? Heeft het zin om iets uit te leggen en heeft het zin om over meningen te discussiëren? Moet je er langdradig over filosoferen, of kort en bondig over zijn? Welke zin heeft het protest?

Als een mens verontwaardigd is, dan gaat hij protesteren. Hij vraagt zich niet af of dat zinvol is, maar doet dat om aan zijn verontwaardiging uiting te geven. Zijn intentie is om voor zijn belangen op te komen. Ieder kiest daarvoor zijn eigen middelen.

Ik las ergens dat het beter is om kunst te gaan maken, dan te gaan protesteren. Een loze vergelijking. Het is goed om kunst te maken, zoals het goed is om te protesteren.
Protest is een uitingsvorm. Een even menselijke als noodzakelijke behoefte. Protest (of boos worden) maakt in lichaamstaal duidelijk dat het je ernst is. Het stadium dat voorafgaat aan vechten, tenzij er een constructieve dialoog op volgt. Zinvol, óók als je er geen zin in hebt.

dinsdag 28 september 2010

Tussen de regels door.

Foto: Kimberly Gomes


Maandag, 27 september 2010, zo’n dag dat iedereen weer aan het werk gaat. De weekendactiviteiten worden gestaakt, de mail geopend en Facebook kan worden gesloten, want de plicht roept. Sommigen begroeten de maandag, anderen vervloeken het begin van de werkweek. De één is zich pijnlijk bewust van de dagen van de week, en de ander ervaart de maandag als een willekeurige dag, ergens in het jaar. Misschien verraadt de aanhoudende regen, de lage temperatuur in combinatie met de weelderig groene natuur vandaag, dat we ergens aan het begin van de herfst leven.

Eerst was de wereld klein. Je ging naar school met je stapmaatjes. Je ging in het weekend uit met je collega’s van het werk en je trof je vrienden in het dorpscafé, de sportclub, het buurtcentrum, het OJC (open jongeren centrum) of tijdens een sporadisch festival. Niet ondenkbaar dat je vrienden overal kwamen waar jij kwam. Van alles bestond er hoogstens één. Anno 2010 is dat tóch wel wat veranderd.
In mijn leven is álles veranderd. Het dorp is verruild voor de stad. De Randstad nota bene. Als je me dat indertijd had verteld, was ik erin gebleven. Dat was wel de laatste plek op aarde waar mijn aandacht naar uitging. Multicultureel, multinationaal, hectisch, 24 uur per dag in touw, druk, .... en groot. Hier loop je niet zomaar iemand tegen het lijf. Zeker niet tijdens kantooruren.

Maar dan zijn er de communitysites: Hyves, LinkdIn, Facebook. Vooral laatstgenoemde is een webpagina die zich dag na dag vult met uiteenlopende persoonlijke notities. Mijn bekentenissen hierboven onthullen mijn zielsleven als een burka, in vergelijking met de openheid waarvan ik getuige ben op het internet. Vele sites bieden de mogelijkheid aan bezoekers om hun mening toe te vertrouwen aan de digitale snelweg. Zo ook de communitysites. Maar het blijft opvallend hoe gemakkelijk men zijn of haar boosheid, ontroering, geluk of stokpaardjes aan de onvermoede lezer toevertrouwt. Mark Zuckerman sublimeerde zijn onvermogen tot ‘delen’ (hij wordt in “mijn” krant een egocentrist genoemd), in de grootste ‘deel-site’ ter wereld, met een miljardenbedrijf als resultaat. Dat moet je willen, maar hij heeft dan ook een groots plan voor ogen. “To make the world a better place.”, zo motiveerde hij in een televisieinterview zijn werkzaamheden. Niks zakelijks aan. Onstuitbare passie.

Terug naar de gebruikers. Facebook et al. biedt een podium om mij mijn opwinding en frustraties te laten etaleren. Daarbij kan het delen louterend werken, omdat biechten in het openbaar altijd wel op een relativerende one-liner van een relatieve (facebook-)vriend kan rekenen. Adviezen worden me zó in de schoot geworpen. En dan is er natuurlijk de liefde, die immer op aandacht kan rekenen, waardoor bij gelegenheid enige gemeende oprechtheid van de ex-partner, of mijn eigen trots, al te gemakkelijk, publiekelijk te grabbel kan worden gegooid. Laster, achterdocht, gemelijkheid, jaloezie, wanhoop, maar gelukkig ook vreugde, aanhankelijkheid en betrokkenheid van tientallen mensen die je vagelijk kent. De wereld is weer overzichtelijk. Het ligt allemaal uitgestald op mijn startpagina. Woorden die op zichzelf vaak minder betekenis hebben dan de emotie die eraan ten grondslag ligt. Woorden de vaak ook minder verband houden met het geschrevene, dan met de schrijver. Woorden die door gebrek aan stembuiging en mimiek vaak niet als humor, cynisme of sarcasme worden herkend. Woorden zonder nuance. Impulsief ingetikt. In een vergeefse hoop op aanspraak?

Misschien zitten mijn mede communitysite-gebruikers zich thuis of op hun werk óók kapot te vervelen.
Ook deze maandag.
Net als ik.

vrijdag 24 september 2010

Week tegen Eenzaamheid

Foto: Kimberly Gomes

Vandaag begint de Week tegen Eenzaamheid.

Aanleiding was de overtuiging dat eenzaamheid als vraagstuk in de toekomst nadrukkelijker aandacht verdient. Dit als gevolg van de verdergaande individualisering, een toename van vergrijzing en de multiculturele samenleving.

“Eenzaamheid is een onlosmakelijk deel van het menselijk bestaan; eenzaamheid is soms functioneel. Het kan een kracht zijn tot groei als mens, tot innerlijke ontwikkeling. Eenzaamheid is meestal geen persoonlijke tekortkoming.”

“Gevoelde eenzaamheid heeft te maken met gebrek aan contacten, in verhouding tot de eigen kwantitatieve en kwalitatieve wensen.”

“Verandering in de publieke opinie over eenzaamheid is nodig. De maatschappij is niet 100% maakbaar. eenzaamheid is meestal geen persoonlijk falen. Je hoeft je er niet over te generen. Eenzaamheid hoeft niet 'weggeorganiseerd' te worden.”

"Eenzaamheid wordt soms versterkt door gebrek aan fysieke conditie, aan geld, (technische middelen) en mobiliteit."
(Uitgangspunten Coalitie Erbij)

http://www.eenzaam.nl/

woensdag 22 september 2010

Wat wil je worden?

Foto: Paulina Szatanska




Jonge kinderen kennen zo hun eigen gevoel van welbevinden denk ik. Ze leven in een magische wereld waarin zij Spiderman of prinses kunnen zijn. Onervaren met een veelheid aan betekenissen en met een betrekkelijk besef van enige consequentie van hun handelen, maken ze keuzes. Zij kiezen om het even een duur of goedkoop cadeau, dreinen nog een kwartiertje door, omdat zij (met een beperkt tijdsbesef) eerder in hun leven leerden dat dit ooit tot het gewenste resultaat heeft geleid, of ze gaan in de rij staan, omdat ze in de verte een kans zien om geschminkt te worden . Waar beter kun je oefenen dan in de veilige haven van het eigen gezin. Dat gezin wat óók moet aansluiten in die rij. Dat geldt tenminste voor één van de gezinsleden. Vaak de moeder.

“Wat wil je dan worden?”
“Prinses!”
“Doe ’s gewoon!” “Prinses is voor meisjes, wil je niet een leeuw zijn, of Spiderman?”
“Prinses!”
“Het is een hele lange rij hoor.” “Dan moet je héél lang wachten.” “Daarna is er geen tijd meer om een vlieger te maken!”
“Ik wil geschminkt worden.”
“Als wát dan?” “Als Spiderman?” “Als je eenmaal gekozen hebt kun je niet meer terug hé!” Wil je geen hondje zijn?”
“Nee.”
“hmm..”
...
“Kijk, híj wordt tijger. Wil je óók tijger zijn?”
“...”
“..of spook?”
“...”

...
... “zucht”

...

“ ... en wát wil jij worden knul?”
“Prinses!”
“Dan gaan we een prinses van je maken.” “Wat is je lievelingskleur?”

...
Jonge kinderen leven in een magische wereld. Zonder besef van consequenties proberen ze grip te krijgen op een volwassen wereld die nog véél te complex is om te begrijpen. Woorden schieten tekort, waarschuwingen treffen geen doel. En ook al wordt ons geduld soms heftig op de proef gesteld, boezemen onze vooroordelen ons angst in en wordt onze onzekerheid aangewakkerd; door eigen keuzes te kunnen maken en de consequenties (onder leeftijdgenoten) zelf te ervaren, leert het jonge kind door proefondervindelijk leren, de kaders kennen waarbinnen het zich t.z.t. min of meer comfortabel en relatief veilig kan bewegen.

Wat een mooi beroep heb ik toch! Zelf gekozen! Toen ik 27 was...

woensdag 15 september 2010

Het schijnt goed te werken.

Foto: Paulina Szatanska


Ik ben aardig op weg. De mond in een vriendelijke glimlach. Het gaat goed! Mooi weer vandaag! En ’t is ook weer mooi geweest, voor vandaag. Biertje erbij, even in het zonnetje. Thuis? Mwah.. komt allemaal goed joh! Je kunt het slechter treffen. Fantastisch feest gemist gisteren, hoorde ik. Maar ik heb een geweldig boek gelezen. Laatst die film nog gezien? Geweldig!! Die soundtrack man!.. wéérgaloos artiest, hoe hij zijn gitaar bespeelt, .. fenomenaal!

Afgelopen weekend?.. oh ja, hééél tof festival. Waanzinnige dingen daar! Heb je die installatie gezien aan de overkant. Wow!... fantastisch hè!? Ik hoorde laatst dat de kunstenaar pas op 70 jarige leeftijd is ontdekt. Ja, ongelooflijk! In die tijd hadden ze geen oog voor dat soort kunst. Niet te geloven, .. het is zóó goed! Hij heeft ook een fantastische kijk op de samenleving. Vorig jaar was ik erbij, bij die expositie. .. nou, dat had zo’n enorme impact!! Zó, dan weet je waar je het over hebt hoor, als je zóiets kunt maken....

....

Soms is het ook gewoon k*t! Maar daar houden we niet van. Liever in superlatieven de loftrompet steken over hen die succesvol lijken, ... tussendoor een grapje maken  ... , dan in alle bescheidenheid je eigen dag onder de loep nemen.
Dat steekt minder. En het houdt de schijn een beetje op. Eén en al positiviteit.
Als je dan jezelf hoort praten, dan lijkt het goed met je te gaan.
... Oh schone schijn ....

maandag 30 augustus 2010

Kort Rotterdams

Foto: Paulina Szatanska


De voorbereidingen zijn in volle gang. Kort Rotterdams kan zich weer (!) aan mijn gedachtengoed laven. ;)   Iets met vis, ... maar ook weer niet. ...

Nee, ik verklap nog niets...

dinsdag 17 augustus 2010

Wachten, wachten, wachten, ...

 Foto: Paulina Szatanska


Bij de tandarts, bij de kassa, bij de tramhalte, ... een mens wacht wat af in zijn leven. Met alle gevolgen van dien: stress, een slecht humeur, ruzie, of een gesmolten bak ijs in je tas. Ja, ... het kan verkeren! Maar gelukkig! Arthur’s Beauty en Wellness Salon heeft Well-icht enige bruikbare tips om het wachten aangenaam te maken.



Zo stond ik laatst op een perron te wachten op de metro. In mijn wandeling, richting het bankje dat mijn wachten zou verzachten, besefte ik in gezelschap van 2 reisgenoten, die zichtbaar van een ijsje genoten en van het lange wachten geen last leken te hebben, dat de man met rollator die zich over hetzelfde perron in dezelfde richting voortbewoog, mij waarschijnlijk mijn plaats op het bankje zou kosten. Ik zou één van de anderen natuurlijk kunnen opzadelen met een gigantisch schuldgevoel, maar het idee had inmiddels post gevat in MIJN brein en ik ben dan niet snel geneigd om de zwarte piet aan anderen door te spelen. “Deal with it!” brult mijn geweten me dan toe, zoals ik ook altijd hoop dat andermans geweten zal doen als een persoon vóór mij, direct na het passeren van de doorgang, geen keuze kan maken tussen linksaf, rechtsaf of rechtdoor en dus stopt met lopen. Gelukkig, (maar voor wie?) werkt ‘mijn stemmetje’ meestal heel efficient.

Mijn ongemak had zich van mij meester kunnen maken. Ik had de man terloops kunnen vloeren en een ambulance kunnen bellen, maar schijnbaar onvermijdelijk reageerde ik op zijn stem. Hij maakte een opmerking over de geestdrift van enkele spelende kinderen op hetzelfde perron. En omdat ik dat beaamde hoorde ik van hem, hoe zijn kleinkinderen zojuist uit Kenia waren teruggekeerd. Hoe ze daar ‘slecht’ te eten hadden gekregen en tijdens de lange reis te kort hadden geslapen. Hoe ze nu voor de televisie zaten, zichtbaar vermoeid. Hoe één van hen inmiddels in de puberteit was beland.... Maar vooral hoorde ik een verhaal over liefde en trots van een grootvader, geen invalide, maar een trotse vriendelijke man, die allang weet, dat ook de rat-race van de 21e eeuw futiel zal blijken in het aardse bestaan.



Ik dwaal af. Terug naar de tip van vandaag: Knoop tijdens het wachten eens een gesprekje aan met iemand die je niet kent. Het zal je verbazen!

woensdag 11 augustus 2010

Arthur's B & W Salon; Serieuze grap of grappig serieus?

Foto: Paulina Szatanska

Het betreden van de Salon is op eigen risico. Dat wil echter niet zeggen dat het risicovol is om de Salon te betreden. In de Salon is 25 jaar professionele ervaring aanwezig op het gebied van huid (make-up, bodypaint, artificial tattoos, henna en kinderschmink in Arthur's stijl), haar (stijlen, krullen, knippen, verven, epileren, scheren en opsteken), nagels (verzorging en styling) en zelfs kledingstyling van acteurs en modellen. Ook kennis omtrent fotografie, techniek, outdoor, en sociale vaardigheden laat niets te wensen over.

Een overzicht:
Arthur stond op de filmset van Peter Greenaway, verzorgde make-up voor Frank Govers, heeft fotoshoots gedaan met Mart Visser, werkte voor het Ro-theater, Intermodel, The Agency en Max Models. Daarnaast verzorgde hij make-up bij dramaseries en talkshows voor Veronica en de Vara en werkte hij aan Villa Achterwerk voor de VPRO.
Hij werkte twee jaar in het grootste pruikenatelier van Nederland (Atelier Sjoerd Didden) en verzorgde haarwerk (pruiken, snorren, baarden etc.) voor diverse Nederlandse films en musicals. Ook op het gebied van special effects heeft hij projecten op zijn naam staan binnen de Nederlandse televisie en film.
Hij verzorgde in 2006 een opera met 300 spelers/zangers waarvoor hij 27 assistenten per avond aanvoerde terwijl hij zelf 15 acteurs van dagelijks door hemzelf gecontroleerde en herstelde pruiken voorzag.
Hij fotografeert al 25 jaar, kent de zwart-wit doka op zijn duimpje en heeft zich sinds 1997 in computers verdiept, te beginnen met DOS. Hij voelt zich thuis in zowel de technische kant van computers (èn zijn motorfiets ;-) als in de programmatuur ervan. Fotografie is bij hem onlosmakelijk verbonden met fotobewerking en veel van zijn activiteiten worden omringd met zelf ontworpen publiciteit en artwork. Hij schreef lesmateriaal bij (meer dan 125) arthouse-films. Hij kan strijken, een naaimachine bedienen  en knoopsgaten maken. En hij leidde een zevental survivaltochten in (noord) Frankrijk.

Daarvoor haalde hij zijn onderwijsakte aan de Pedagogische Academie, studeerde hij Sociale Wetenschappen en volgde (in 1984) de beste Nederlandse opleiding tot visagist (Dik Peeters, Amsterdam).  Arthur is zelfstandig ondernemer, docent, autodidact op vele fronten, vader, niet gay (wat zeldzaam is bij mannelijke visagisten) en heeft geen ADHD. Verder staan er 25 seizoenen hockeycompetitie, 10 seizoenen sportklimmen en 2 part-time banen in zijn CV.

Géén van de activiteiten in de Salon valt buiten dit plaatje. Overigens valt ook niets van voornoemde brede ervaring buiten de Salon. Een evenwichtige wellnessbeleving komt voort uit interactie met de wereld. De Salon comprimeert de wereld tot een cocon van welbevinden. Daarbinnen is het veiliger dan buiten. Maar in de Salon loop je grote kans te worden (aan)geraakt en bekeken.

Arthur's Beauty en Wellness Salon op Camping Rotterdam

foto: Seger van Wijk / Cliffhanger Visuals

Voor jezelf is ook vaak voor een ander leuk!

Arthur's Beauty en Wellness Salon is een reizende cocon van welbevinden. Een verplaatsbare wereld die lijkt te gaan over uiterlijkheden, maar die draait op en om de energie van diegenen die daarin samenkomen. Het is een ontmoetingsruimte, waar in een full-time draaiende workshop mensen worden 'uitgedaagd' om voor elkaar te zorgen, en/of verzorgd te worden.


De enige vaste medewerker van de tent zal zich bewegen tussen de gasten, als gastheer en verzorger, om ervoor te waken dat het niemand aan aandacht ontbreekt. Hij zal proberen structuur aan te brengen in de samenloop der dingen en hij waakt over de kwaliteit van de behandeling van de klanten. Daarvoor zet hij al zijn skills en instrumenten in. Alles ter bevordering van hun gevoel van welbevinden ... en dáármee .. hun schoonheid.


De foto, waarmee een sessie wordt afgesloten toont het slagen van de behandeling en is tevens het best denkbare middel om sceptici te overtuigen de Salon te bezoeken.


Arthur's Beauty enWellness Salon is gevestigd in een tent. Daarin is een fotostudio en een beautysalon gehuisvest. In en om de tent zijn plaatsen ingericht ter verzorging van lichaam en geest. Een keur aan arrangementen geeft de bezoeker zicht op een breed scala aan mogelijkheden, tegen redelijke prijzen. Daarnaast wordt er geadverteerd met nieuwe en aantrekkelijke aanbiedingen. In de tent hangen sfeerbeelden van diverse beauty- en wellnesssessies. Bezoekers krijgen alle tijd om de sfeer van de Salon te proeven. Ook ná een behandeling wordt het afscheid met alle zorg omkleed.


In Arthur's Beauty en Wellness Salon wordt het Ik-tijdperk voorgoed afgesloten.